Kindermoord of babymoord is doodslag gepleegd op een kind bij de geboorte of dadelijk daarna.
(Artikel 396 van het Strafboek)
Anders dan bij oudermoord, is het niet van belang wie de dader is. Het hoeft dus niet te gaan om een ouder die zijn of haar eigen kind doodt (maar deze ouder zou dan uiteraard wel voor kindermoord vervolgd kunnen worden).
Essentieel is dat er een doodslag gepleegd waarbij het slachtoffer een kind is bij de geboorte of onmiddellijk daarna.
Meer informatie over doodslag vindt u hier.
Kindermoord of babymoord betreft dus niet het doden van kinderen tout court (bv. Geneviève Lhermitte doodde haar 5 kinderen waarvan het oudste 3 jaar oud was) maar wel om het doden van een kind bij de geboorte of dadelijk erna (bv. de baby van Sofie H. die minuten na de geboorte verstikte in een toiletpot).
Met geboorte wordt bevalling bedoeld.
Het begin van de bevalling wordt door de rechter bepaald en kan zijn het beginnen van de barensweeën, het breken van het water en de ontsluiting van de baarmoedermond.
Ook een ongeboren kind geniet dus bescherming vanaf het begin van de bevalling.
Het kind moet vervolgens levend geboren worden. In principe volstaat hiervoor dat het kind even geademd heeft, ook al was het maar kort. Of het kind daarna levensvatbaar is, heeft geen belang.
In geval van een ongeboren kind voor de bevalling begonnen is of een doodgeboren kind, is er dus geen vervolging of veroordeling voor kindermoord mogelijk.
Abortus is in België wettelijk geregeld.
‘Dadelijk na de geboorte’ in de zin van kindermoord betreft een korte tijd.
Er moet een zekere continuïteit zijn tussen de geboorte en de doodslag. Indien er zo veel tijd is verlopen na de geboorte, dat de gedachten van de dader naar een ander onderwerp dan die geboorte afgeleid zijn, is er geen sprake meer van kindermoord of babymoord (maar uiteraard wel naar gelang van de omstandigheden doodslag of moord).
Ongeacht of er al dan niet voorbedachtheid voor handen is, spreekt men van kindermoord.
Hier zal echter wel rekening mee worden gehouden bij het bepalen van de bestraffing.
Kindermoord wordt aldus naar gelang van de omstandigheden bestraft als doodslag of moord.
Indien het dus ‘enkel’ gaat om een doodslag (dus intentioneel doden zonder voorbedachtheid) gepleegd op een kind bij de geboorte of dadelijk daarna, dan betreft de straf een opsluiting van 20 tot 30 jaar.
Indien er evenwel sprake is van moord (doden met voorbedachten rade) gepleegd op een kind bij de geboorte of dadelijk daarna, wordt de bestraffing levenslange opsluiting.
Deze straffen kunnen verlaagd worden indien verzachtende omstandigheden worden aangenomen.
Kindermoord of babymoord wordt berecht door het Hof van Assisen.
(image: freepik.com)