Onweerstaanbare drang of dwang

onweerstaanbare drang

Onweerstaanbare drang of dwang is de situatie waarbij een dader in de onmogelijkheid was om een strafrechtelijk verboden handeling te vermijden of een strafrechtelijk geboden handeling te stellen. (L. DUPONT en R. VERSTRAETEN, Handboek Belgisch Strafrecht 1990.)

Volgens artikel 71 van het Strafwetboek is er geen misdrijf wanneer de beschuldigde of beklaagde gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan.

Het aannemen door de correctionele rechtbank of het hof van assisen dat er sprake was van onweerstaanbare dwang of overmacht heeft grote gevolgen want in dat geval zal de beklaagde of beschuldigde worden vrijgesproken.

Er was lange tijd onenigheid of het ging om onweerstaanbare drang of dwang. In de originele Franstalige versie stond er immers “contrainte par une force” en de vraag was hoe dit juist te vertalen. Dwang zou van buitenaf komen, daar waar drang van binnenuit zou komen. (Zie Gust VERWERFT, Moord en doodslag, Standaard uitgeverij 2005, p. 13-15.) In de wet staat thans echter “gedwongen”. Wat er ook van zij, overmacht kan zowel fysiek als psychisch zijn.

Er is psychische overmacht wanneer de dader gedreven werd tot het plegen van een misdrijf uit vrees voor een ernstig, onrechtmatig en onmiddellijk dreigend gevaar.

Bij fysieke overmacht brengt een externe materiële kracht een persoon tot het plegen van een misdrijf, bv. een verkeersongeval veroorzaakt door slecht weer.

Opdat sprake zou zijn van onweerstaanbare drang of dwang moet de dwang uitwendig en onweerstaanbaar zijn, mag de dwang niet te wijten zijn aan een nalatigheid of fout van de dader en moet de vrije wil van de dader volledig uitgeschakeld zijn.

De dwang moet uitwendig zijn. Overmacht kan alleen voortvloeien uit een gebeurtenis buiten de wil van de dader. Men moet in principe zijn gevoelens kunnen beheersen. Zelf opgewekte angst (zonder bedreiging van buitenaf), hartstocht, jaloersheid, woede, haat, wraak, ambitie, driften en obsessies kunnen in principe geen onweerstaanbare drang of dwang opleveren. Anderzijds wordt gesteld dat passies alleen kunnen worden ingeroepen wanneer ze opgewekt worden door een uitwendige oorzaak. In de praktijk is de grens echter soms moeilijk te trekken.

De dwang moet onweerstaanbaar zijn, dit is zeker, onvermijdbaar en onvoorzienbaar. Het onweerstaanbaar karakter wordt beoordeeld rekening houdend met de leeftijd, het geslacht, de verstandelijke ontwikkeling en de maatschappelijke situatie van de dader. Zo werd de 79-jarige ‘Wiske’ door het Hof van Assisen vrijgesproken van doodslag op haar 80-jarige echtgenoot wegens overmacht. Hij was zwaar dement en zij verzorgde hem thuis. Toen hij haar ’s nachts wekte om een aansteker en zij weigerde, bedreigde hij haar met een kandelaar. Ze nam deze af en sloeg hem hiermee en met een hamer en sneed met een keukenmes in zijn keel. (Assisen Gent 18 juni 2008)

Onwrikbare zwangerschapsontkenning (passend in een voorbijgaande staat van krankzinnigheid) kan een onweerstaanbare drang of dwang uitmaken bij een kindermoord (Assisen Henegouwen 17 maart 2010). Wanneer de dader zich op het moment dat ze een kindermoord pleegt niet in een ernstige staat van krankzinnigheid bevond, werd ze echter niet geconfronteerd met een onweerstaanbare drang of dwang (Assisen Namen 27 maart 2015).

De dader mag zelf niet op actieve of passieve wijze hebben bijgedragen tot het ontstaan van overmacht (Cass. 16 september 2014, P.13.1847.N). Hij mag zich ook niet vrijwillig opzettelijk in een toestand gebracht hebben waarin hij overmacht zou kunnen inroepen. Zo kon een bedrogen echtgenoot die naar huis ging tijdens de werkuren om zijn vrouw en haar minnaar te betrappen geen overmacht inroepen nadat hij hen betrapte en vermoordde (Luik 18 juni 1962). Iemand die weet dat hij aan epilepsie lijdt, kan zich niet op overmacht beroepen wanneer hij door een epilepsieaanval een verkeersongeval veroorzaakt heeft.

De vrije wil moet volledig uitgeschakeld zijn. De dader had dus geen andere keuze. In een zaak waarin iemand invloed onderging van een derde, nl. een sekteleider, besliste het Hof van Assisen dat er toch geen sprake was van onweerstaanbare drang of dwang aangezien hij over voldoende mentale weerbaarheid en egosterkte beschikte om zich te verzetten tegen deze invloed en de opgedragen handelingen niet te stellen. Vermindering van de wilsvrijheid, bv. door beïnvloeding door een derde, kan wel een verzachtende omstandigheid uitmaken. (Assisen Leuven 26 en 27 juni 2013, de ‘sektemoord’)

De beklaagde of beschuldigde die de overmacht inroept, moet deze niet bewijzen. Hij moet enkel gegevens aanbrengen die zijn stelling geloofwaardig maken. Het zal dan aan het openbaar ministerie en de burgerlijke partij zijn om aan te tonen dat hier geen sprake van is. (Hetzelfde geldt bij de wettelijke verdediging.)

In het nieuw Strafwetboek wordt de onweerstaanbare drang of dwang behouden (artikel 22 nieuw Strafwetboek), maar de formulering wordt gewijzigd, in die zin dat de persoon die heeft gehandeld onder onweerstaanbare dwang niet strafrechtelijk verantwoordelijk is (in plaats van de formulering dat er geen misdrijf is, aangezien overmacht een schuldontheffingsgrond is, cfr. artikel 21 nieuw Strafwetboek).

Ook voor de geestesstoornis (grond van ontoerekeningsvatbaarheid), die nu ook nog opgenomen is in artikel 71 van het Strafwetboek, wordt in het nieuw Strafwetboek een nieuw artikel voorzien, nl. artikel 25.

In bepaalde omstandigheden kan de juwelier die schiet op overvallers zich beroepen op de onweerstaanbare drang of dwang.

(image: freepik.com)