Terbeschikkingstelling en beveiligingsperiode

Terbeschikkingstelling of beveiligingsperiode

Op het recente assisenproces naar aanleiding van de moord op Julie VAN ESPEN vorderde de Advocaat-Generaal tegen Steve BAKELMANS levenslange opsluiting, terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank gedurende 15 jaar en een beveiligingsperiode van 25 jaar.

Het hof van assisen veroordeelde hem tot levenslang en terbeschikkingstelling voor 15 jaar en laste een beveiligingsperiode van 20 jaar in.

Wat houdt dit alles nu eigenlijk juist in?

Conform artikel 25 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf (voorheen de zogenaamde ‘wet Lejeune’) kan de voorwaardelijke invrijheidstelling worden toegekend aan een persoon die veroordeeld is tot een levenslange vrijheidsstraf voor zover deze persoon 15 jaar van deze straf heeft ondergaan.

Artikel 344 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat in geval van een veroordeling tot een levenslange opsluiting, het arrest kan bepalen dat de voorwaardelijke invrijheidstelling pas kan worden toegekend nadat de veroordeelde een deel van 15 tot 25 jaar van die straf heeft ondergaan; dit betreft de zogenaamde beveiligingsperiode.

De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank is luidens artikel 34bis van het Strafwetboek een bijkomende straf die in de door de wet bepaalde gevallen moet of kan worden uitgesproken met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen personen die bepaalde ernstige strafbare feiten plegen die de integriteit van personen aantasten. Deze bijkomende straf wordt opgelegd voor een periode van minimum 5 en maximum 15 jaar en gaat in na het verstrijken van de opsluiting. 

De ter beschikking gestelde wordt van zijn vrijheid benomen indien in zijn hoofde een risico bestaat op het plegen van ernstige strafbare feiten, die de fysieke of psychische integriteit van derden aantasten, dat in geval van een invrijheidstelling onder toezicht niet kan worden ondervangen door het opleggen van bijzondere voorwaarden (cfr. artikel 95/2. § 3. van de wet van 17 mei 2006).

(image: freepik.com)